De ziekte van Cushing bij paarden – tegenwoordig ook wel PPID genoemd (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction) – is een hormonale aandoening die vooral voorkomt bij oudere paarden en pony’s. Het is een chronische, progressieve ziekte waarbij de hypofyse (een klein kliertje in de hersenen) ontregeld raakt. Hierdoor wordt er te veel van het stresshormoon cortisol aangemaakt, met allerlei lichamelijke klachten als gevolg.

Wat gebeurt er in het lichaam?
Bij PPID raakt een deel van de hypofyse vergroot of overactief. Dit leidt tot een overproductie van bepaalde hormonen, wat de aanmaak van cortisol uit balans brengt. De klachten ontstaan geleidelijk en kunnen sterk verschillen per paard.

Symptomen van Cushing (PPID)
Let op deze veelvoorkomende signalen:

• Een lange, krullerige vacht die niet goed verhaart in het voorjaar
• Sloomheid of verminderde prestaties
• Afvallen, ondanks een goede eetlust
• Spierverlies, vooral over de rug
• Vetophoping op vreemde plekken (bijv. boven de ogen of op de staartaanzet)
• Overmatig zweten
• Veel drinken en plassen
  Terugkerende hoefbevangenheid
• Verhoogde gevoeligheid voor infecties, zoals huidproblemen of abcessen

Niet elk paard vertoont alle symptomen. Vaak vallen de eerste signalen pas op als je het paard goed kent of foto’s van eerdere jaren vergelijkt.

Hoe wordt de diagnose gesteld?
De dierenarts kan bloedonderzoek doen om PPID op te sporen. Daarbij wordt gekeken naar de hoeveelheid ACTH, een hormoon dat verhoogd is bij paarden met PPID. Soms is aanvullend onderzoek nodig, bijvoorbeeld in de herfst wanneer de waardes van nature iets hoger zijn.

Behandeling van Cushing bij paarden
PPID is niet te genezen, maar wél goed te behandelen. Meestal wordt het medicijn prascend (werkzame stof: pergolide) voorgeschreven. Dit helpt de hormoonbalans te herstellen en de symptomen te verminderen.

Daarnaast is een goede verzorging belangrijk:

• Regelmatig scheren als het paard zijn vacht niet goed verliest
• Aanpassing van voeding (bv. suikervrij of structuurrijk rantsoen)
• Goede hoefverzorging en monitoring op hoefbevangenheid
• Extra alert zijn op infecties en gebitsproblemen

Voeding bij PPID
Paarden met PPID hebben vaak baat bij een suiker- en zetmeelarm dieet, om het risico op hoefbevangenheid te beperken. Kies voor structuurrijke voeding met voldoende vezels en controleer de voedingswaarden goed. Speciaal samengestelde seniorvoeders of low-sugar muesli kunnen een uitkomst zijn.

[products=blog_cushing]

Samengevat
De ziekte van Cushing is een serieuze maar behandelbare aandoening bij paarden. Vroege herkenning van symptomen is belangrijk om schade te beperken. Met de juiste medicatie, verzorging en voeding kunnen paarden met PPID nog jarenlang een goed leven leiden.